Zuurdesembrood - de basis
Brood bakken, het is al altijd mijn ding geweest. Ik herinner me als kind ook dat ik vaak meekeek hoe papa bezig was met het brood: de dubbele rijs, die specifieke bloem, net die temperatuur van water, enz. Ook mijn grootmoeder bakte regelmatig zelf brood, en dat wekte al vroeg mijn belangstelling.
Enkele jaren geleden volgde ik bij Syntra Limburg de opleiding tot ambachtelijk brood- en banketbakker. De basis was er dan wel. Maar ik bleef hunkeren naar meer en wou per se zelf ook zuurdesembrood bakken. Om hiermee vlot op weg te kunnen volgde ik enkele weken geleden een workshop bij Domein Kiewit. Wouter (van Red Zuurdesem) bracht ons op een vlotte en leerrijke manier de kneepjes bij om thuis zelf een mooi zuurdesembrood te bakken. Met een hoop tips én een beetje zuurdesem starter trok ik huiswaarts. Nu, enkele weken later, wordt hier continu zuurdesembrood gebakken en gegeten. Zo leuk, en lekker!
Zuurdesem is een natuurlijk product. Kenmerkend voor dit brood is dat het een trage bereiding kent. De smaak is veel voller en intenser dan een gistbrood.
Zuurdesem bevat eigenlijk verschillende natuurlijke soorten gist, daar waar bakkersgist slechts één soort gist bevat.
Met deze blog wil ik jullie alvast warm maken voor zuurdesembrood, met tips uit de workshop, mijn basisrecept en (veel) foto's.
Voor zij die het al in Keulen hoorden donderden met de intro, laten we beginnen bij het begin.
Wat heb je nodig voor een zuurdesembrood?
Enkele jaren geleden volgde ik bij Syntra Limburg de opleiding tot ambachtelijk brood- en banketbakker. De basis was er dan wel. Maar ik bleef hunkeren naar meer en wou per se zelf ook zuurdesembrood bakken. Om hiermee vlot op weg te kunnen volgde ik enkele weken geleden een workshop bij Domein Kiewit. Wouter (van Red Zuurdesem) bracht ons op een vlotte en leerrijke manier de kneepjes bij om thuis zelf een mooi zuurdesembrood te bakken. Met een hoop tips én een beetje zuurdesem starter trok ik huiswaarts. Nu, enkele weken later, wordt hier continu zuurdesembrood gebakken en gegeten. Zo leuk, en lekker!
Zuurdesem is een natuurlijk product. Kenmerkend voor dit brood is dat het een trage bereiding kent. De smaak is veel voller en intenser dan een gistbrood.
Zuurdesem bevat eigenlijk verschillende natuurlijke soorten gist, daar waar bakkersgist slechts één soort gist bevat.
Met deze blog wil ik jullie alvast warm maken voor zuurdesembrood, met tips uit de workshop, mijn basisrecept en (veel) foto's.
Voor zij die het al in Keulen hoorden donderden met de intro, laten we beginnen bij het begin.
Wat heb je nodig voor een zuurdesembrood?
- Water
- Bloem
- Zout
en... geduld!
Ik weet het, dat klinkt gek uit mijn mond, maar hé: als zelfs ik hiervoor het geduld kan opbrengen, kan iedereen het! ;)
Even over de bloem: wanneer je werkt met enkel water, bloem en zout, en zo veel tijd en liefde aan je brood geeft, wil je natuurlijk ook een goede kwaliteit bloem krijgen. Kijk dan ook zeker eens in je eigen buurt waar je een bloem bij de molen of een biobloem kan verkrijgen.
Voor Limburg kan ik volgende verkooppunten aanbevelen:
- Kortweg Natuur biomeel: te koop op de wekelijkse markt in Hasselt (Dusartplein), bij boerderijwinkel De Wroeter in Stokrooie of enkele andere plaatsen (zie website)
- Voor Noord-Limburg: steek even de grens over richting Dommelen (Valkenswaard). Bij de Dommelsche Molen kan je terecht voor heel wat kwalitatieve bloemsoorten.
Mijn vader (die intussen in Brabant) woont, kiest voor de bloem van Molens Vanden Bempt uit Sint-Joris-Weert.
Ik heb ze alledrie al gebruikt, en gebruik ze ook nog steeds alledrie ;-)
Starter
Je begint je brood met een zuurdesem starter. Om deze te krijgen heb je wel wat tijd nodig. Maar eens je een goede kwaliteit starter hebt, kan je steeds opnieuw verder met diezelfde basis. De starter blijft dan in principe meegaan.
De starter is een mengeling van water en bloem, die je meermaals moet verversen om tot een mooi gistende starter te komen. Je leest overal over een hoop toevoegingen (vb. rozijntjes) maar daar beginnen we niet aan. Water, bloem en geduld. Daar draait het om.
Ook over de verhoudingen lees je allerlei instructies. Ook hier kiezen we voor eenvoud: 50/50 verdeling. Dit werkt perfect en geeft je een 'doorsnee' desem starter. Je kan gaan voor een loperige of vastere desem, dan moet je de verhoudingen aanpassen. Maar om te beginnen werkt dit prima.
Je begint met gelijke delen bloem en water, en voegt hier dagelijks een beetje bloem en water aan toe. Telkens wat roeren en klaar. Na een weekje heb je een desem starter. Bij De Bisschopsmolen krijg je een mooi overzicht over hoe je dit nu juist doet.
Mijn potje starter hou ik fris in de koelkast, tot ik hem wekelijks wil gebruiken.
Brood
Je hebt je starter en wil tot een brood komen?
Hier begin ik de tips van Wouter te volgen. Stel, ik wil bakken op zaterdagvoormiddag, dan begin ik donderdagavond met het verversen van mijn desem. Starter uit de koelkast, even wat bloem en water (alweer) erbij en wachten.
Het verversen van de starter zorgt ervoor dat er nieuwe (natuurlijke) suikers beschikbaar zijn voor de bacteriën. Als je dit niet doet gaan de cellen CO² blijven produceren en wordt je starter te zuur (en gaat hij ook dood).
Op vrijdagochtend voor ik naar mijn werk vertrek maak ik snel even een voordeeg
- 100 gram tarwebloem
- 100 gram water
- 30 gram desem starter
Je desem is nu ook gebruikt in je voordeeg. De overschot bewaar je opnieuw voor de volgende keer (de starter). Wil je dagelijks bakken, dan bewaar je het potje op het aanrecht. Ikzelf bak wekelijks, dus plaats de rest van mijn starter terug in de koelkast voor volgende week.
Op vrijdagavond maak ik het eigenlijke brood
- 150 gram roggemeel
- 350 gram tarwebloem
- 200 gram voordeeg
- 360 gram lauw water (let op: er zit reeds 100 gram in het voordeeg, dus eigenlijk maar 260 gram)
- 10 gram zout
Alle ingrediënten in een kom, 5 minuten kneden, en vervolgens 4 uur afgedekt laten rijzen.
Deeg vormen in de gewenste broodvorm, in het bakblik (of een rijsmandje) leggen, afdekken en in de koelkast een tweede rijs geven gedurende 12 uur.
Op zaterdagvoormiddag kan ik vervolgens mijn brood bakken (50 minuten in totaal: 10 minuten op 250° - 40 minuten op 220-230°C).
Dit brood laat je vervolgens volledig afkoelen en snij je liefst zelfs pas de volgende dag aan.
Een heel schema dus dat je in gedachten moet houden. Ik kon het ook niet laten om even een foto te nemen tijdens de workshop van Wouter zijn tekenkunsten/schema. Hilariteit alom moet ik zeggen, bij wat op het eerste zicht een ingewikkelde berekening bleek (maar achteraf de logica zelve is).
Je kan natuurlijk eindeloos variëren met de bloem in je starter en in je brood. Ik kies voor dit mengsel van rogge en tarwe om iedereen in het gezin tevreden te houden. Zelf ben ik fan van donker brood, de dochter kiest liever voor grijs, enz.
Deze manier van bakken geeft een lekker zuurdesembrood dat niet te zuur is. Mag het wat sterker? Je kan je twee rijs langer laten duren, of het deeg gewoon op het aanrecht laten rijzen. Het brood smaakt dan zuurder.
En dan kan je genieten van een heerlijke zuurdesemboterham met Brusselse kaas... Pure nostalgie voor mij, maar niet zo makkelijk te vinden blijkbaar! Het kostte me verscheidene supermarkten om nog deze sterke, witte smeerkaas te vinden.
Als ik wist dat er foto's genomen werden had ik mijn tekeningen mooier gemaakt :-) Bedankt voor het delen van je ervaring, heel blij om te horen dat er iemand overtuigd is!
BeantwoordenVerwijderenWas al enkele weken gestopt met zuurdesem maar door je blog ben ik opnieuw gestart.
BeantwoordenVerwijderenIk zie dat je net wat andere rogge/tarwe verhoudingen gebruikt dan tijdens de workshop bij Wouter. Ik ga dit receptje eens proberen, as i speak :-)
BeantwoordenVerwijderen